De eerste ontmoeting van Dit Zijn Wij Uithoorn! vindt binnen plaats. Dat heeft te maken met de weersvoorspelling: elk moment kan er een wolkbreuk plaatsvinden. Daarom zijn we te gast bij GERRIT. In de voormalige Rietveldkerk gaan Irma Verpoorten-de Winter (68 jaar) en Maxim Rahn (50 jaar) met elkaar in gesprek. De verwachte regenwolken blijven uit, maar in een restaurant zonder andere gasten is de ontmoeting net zo bijzonder.
Maxim is geboren en getogen in Uithoorn. Hij heeft op verschillende plekken gewoond. Eerst met zijn ouders en nu op zichzelf. Hij woont in de ‘eendenbuurt’, ook wel bekend als Duckstad. Maxim heeft het er naar zijn zin. Zijn appartement bevalt goed en het is lekker rustig in de wijk. Hij doet veel vrijwilligerswerk; onder meer voor Ceres. Dat blijkt een link: Anthony, Irma’s man, is daar ook vrijwilliger. Maxim houdt van wandelen, muziek en street art. De liefde voor de straatkunst gaat zover dat hij speciale reizen heeft gemaakt om de street art te bekijken. Hij woont niet samen met zijn vriendin Dorothee, maar ze trekken er geregeld samen op uit.
Irma komt oorspronkelijk uit Haarlem, maar woont nu al dertig jaar in Uithoorn. Vergeleken met Amstelveen, waar ze ook een tijd woonde, vindt ze Uithoorn een verademing. Het dorpse karakter van Uithoorn spreekt haar aan. “De slager kent je hier gewoon bij naam.” Vanuit haar appartement aan de Wilhelminakade, waar ze samen met haar man woont, heeft ze prachtig zicht op de Amstel. Het terras staat vol met plantenbakken, maar ze is blij dat ze geen tuin meer heeft. Daar had ze vroeger eigenlijk helemaal geen tijd voor. Ze was verloskundige en heeft jaren een eigen praktijk gehad in Uithoorn. “Hoeveel kinderen heb je op de wereld geholpen?” wil Maxim weten. “Ik weet het niet precies,” vertelt Irma. “In Uithoorn hield ik het nauwkeurig bij in een klein boekje, mijn ‘bijbel’. Het zijn er zo’n 2000 geweest in Uithoorn. Daarvoor en daarna werkte ik op verschillende plekken. In totaal zal ik misschien zo’n 4500 kinderen ter wereld hebben geholpen.” Een indrukwekkend aantal. Het werk was haar passie, al bracht het wel lange werkweken met zich mee. “In het begin werkte ik 90 uur per week, en toen er een derde verloskundige bij kwam ging dat terug naar 60 uur per week.”
Ze weten hoe het is wanneer je gezondheid je opeens in de steek laat. Maxim legt uit: “Ik had een soort propje in mijn hersenen. Daardoor werd ik als het ware stilgezet. Ik moest alles opnieuw leren, waaronder praten.” Dat gebeurde drie jaar geleden. “Dan vind ik het knap dat je er nu weer zo bij zit,” aldus Irma. Zij kreeg jaren geleden een hersenvliesontsteking. Daar ondervindt ze nog steeds de naweeën van. Ze kan zich beperkt concentreren. “Zo’n vier uurtjes per dag kan ik me inspannen, daarna moet ik rusten.” Het zette een streep door haar eigen praktijk. “Als verloskundige kun je niet zeggen: ik moet stoppen, want ik ben moe. Dan komt de veiligheid van moeder en kind in gevaar. Daarom moest ik noodgedwongen stoppen. Het voelde als een rouwproces, het was heel plotseling. Normaliter leef je naar je pensioen toe. Ik heb het inmiddels geaccepteerd. Ik weet wat ik wel en niet kan. En dat ik niet meer de oude wordt.” Voor Maxim geldt hetzelfde. “Jaren geleden heb ik met Dorothee een reis gemaakt naar Vietnam. Ik weet niet of ik dat nu nog zou kunnen.”
Ze hebben allebei een dierbaar voorwerp meegenomen. Uit een grote boodschappentas haalt Maxim een bijzonder beeld tevoorschijn. Het beeld wordt netjes gepositioneerd op een meegebracht kleedje. “Dit beeld heb ik van mijn nicht gekregen,” vertelt hij. “Het was van mijn oom. Het beeld doet me altijd even aan hem denken.” Irma twijfelde over wat ze mee zou nemen. Een broodmandje gemaakt door een dierbare vriendin, die op haar zestiende overleed en ze al die jaren heeft bewaard? Ze heeft uiteindelijk voor een ‘toeter’ gekozen. Het verloskundigeninstrument kreeg ze van haar opa, die trots op haar was. Op de toeter zit zelfs nog een stickertje met daarop in vervaagde inkt haar naam. “Iedereen had destijds een eigen instrument. Dat paste gewoon in je zak.”
De laatste jaren werkte Irma als postbode. Onder meer in de straat waar Maxims ouders wonen. “Dat was vier uurtjes werken, precies genoeg. Het was gezellig en je was lekker buiten.” Na haar pensionering was het even zoeken, zeker in de coronatijd. Al heeft ze inmiddels diverse vrijwilligersfuncties: ze is onder meer chauffeur voor Automaatje en verzorgt het vervoer voor ouderen van en naar de Bilderdijkhof. Maxim is één dag in de week vrijwilliger bij Inner-Art in De Kwakel. “Ik help bij de begeleiding van mensen die op de boerderij werken. Ik help zelf ook mee bij het onderhoud van de moestuinen.”
Veel wensen hebben ze niet meer op hun lijstje. Irma hoopt nog lang van haar kleinkinderen te kunnen genieten. Ook zou ze graag een nog een keer een cruise maken. In het verleden is ze met een schip naar IJsland en de Noordkaap geweest. “Verder hoef ik niet meer zo ver weg.” “Nederland is ook mooi,” valt Maxim haar bij. Hij heeft ook nog wat reizen op zijn verlanglijstje staan, vooral om street art te bekijken. In Engeland bijvoorbeeld. Hij zou ook graag een fotoboek maken over straatkunst in het buitenland. Dat het goed gaat met zijn familie vindt hij echter belangrijker. “Mijn broer werkt in de evenementenbranche en heeft het moeilijk gehad tijdens corona.”
Het uur zit erop, het is tijd voor de foto. Geregend heeft het niet, maar bij GERRIT was het prima toeven. Een trapje op, naar de playground. En daarna op naar huis. Wellicht komen ze elkaar nog eens tegen.