Marianne Dubbeldam (72 jaar) is een Hagenaar en woont inmiddels 25 jaar in Uithoorn. Ze zou niet meer terug willen naar de stad, ze houdt van het dorpse karakter van Uithoorn. “Mensen groeten elkaar hier op straat. Dat is inmiddels wel wat minder geworden, maar toen we hier kwamen wonen, was dat echt nog zo. In het begin moest ik daar aan wennen. Ik dacht: wat moeten de mensen van me. ”
Marianne kwam 25 jaar geleden naar Uithoorn voor de liefde. Ze werkte jaren in de wijkverpleging, tot dat vanwege ziekte niet meer kon. Toen haar man Harry met pensioen ging, was er tijd om te reizen. “We gingen bijvoorbeeld naar Zuid-Spanje.” In 2016 kwam daar een eind aan. Haar man kreeg dementie, reizen zat er niet meer in. Marianne werd mantelzorger, en het leven draaide om het omgaan met dementie. “Ik heb inmiddels veel ervaring met en kennis van dementie. Veel aandacht gaat naar preventie en medicatie. Maar voor de mensen die al dementie hebben, is dat te laat. Zij zijn meer gebaat bij het kijken naar wat nog wel kan.” Haar man woont sinds anderhalf jaar in een verpleeghuis. Een hele omslag, een leven alleen. “Ik hield altijd van koken, maar alleen is daar niet zoveel aan. Het feestje van het samen aan tafel zitten, is verdwenen.”
‘Ik ga graag met andere mensen in gesprek, bijvoorbeeld om meer van een andere cultuur te leren.’
De afgelopen jaren stonden niet alleen in het teken van mantelzorg. Zelf werd ze ook ziek. “Het gaat na de behandeling inmiddels weer beter, maar ’s avonds ben ik nog steeds erg moe. Ik heb van de week voor het eerst weer koekjes gebakken. Daar heb ik lange tijd geen energie voor of zin in gehad. Het zijn de koekjes die mijn kleinkinderen heel lekker vinden.”
Marianne houdt van lezen. Daarnaast is ze lid van de wandelgroep van de AKU. “Ze bieden wandelingen met verschillende afstanden aan. Dat is voor mij een uitkomst, ik kan nog niet zulke enorme afstanden lopen.” Het lid zijn van de club doet haar goed, het zorgt voor sociale contacten. De afgelopen jaren was er minder ruimte om met andere mensen af te spreken. En nu er wel tijd is, gooit corona roet in het eten: het is veel lastiger om ergens naartoe te gaan.
Ze hebben twee kinderen en vier kleinkinderen. Twee van hen wonen in Voorburg, de andere twee in Bulgarije. “We houden contact via Skype.”
Echte dromen of wensen heeft ze niet meer. “Dat is iets voor jonge mensen. Bovendien, als je zoveel zaken op het medische vlak hebt meegemaakt, wil je vooral gezond blijven en op een prettige manier leven.”
Ze doet mee aan het project om andere mensen te leren kennen. “Je leeft toch vooral in je eigen bubbel. Het is lastig die te doorbreken. Ik ga graag met andere mensen in gesprek, bijvoorbeeld om meer van een andere cultuur te leren. Wie ik straks tegenover me heb, maakt me niet uit. Ik sta open voor alle mensen en hun meningen.”