Ferry en Mart

Het Bezworen Kerf is een doodlopende straat in De Kwakel. Er zijn veel kwekerijen te vinden, zo ook die van Mart Bakker. Hij gaat in gesprek met Ferry Kas, een echte Kwakelaar. Ook al zijn ze elkaar waarschijnlijk al heel wat keren tegengekomen bij het Polderfeest of de Kwakelse Kermis, kennen doen ze elkaar niet. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het leeftijdsverschil. In hun interesses zit echter veel overlap, wat dat betreft maakt leeftijd niet veel uit.

Ferry: ‘Gezond blijven is het belangrijkste’

Het gesprek begint zoals gebruikelijk in het dorp: van wie ben je er één? Nelly, de vrouw van Mart, is geboren in De Kwakel en kent alle Kwakelse families. Al snel blijkt een neefje van Ferry in het verleden voor Mart te hebben gewerkt. Herinneringen aan de neef worden opgehaald, die een fijne werknemer was, maar op maandag niet uit bed was te branden…

SANNE Ferry is getrouwd met Sanne, ze hebben een kind en wonen in De Kwakel. Hij werkt voor een kwekerij. Al van kinds af aan heeft hij zijn toekomst voor ogen: werken in de tuinbouw. “Ik heb op de Groenstrook in Aalsmeer gezeten. Als ik om kwart voor twee vrij was, stond ik om twee uur al in de tuin. Daarna ben ik naar het tuinbouwcollege gegaan. Ik ben niet echt van het leren, ben liever met mijn handen bezig. Toch wilde ik graag mijn papiertje halen. Ik heb daarom voor een ander pad gekozen, waarbij ik vier dagen stage liep en één dag naar school ging. Ik deed er een jaartje langer over, maar heb het papiertje wel gehaald.”

De ontmoeting tussen Mart en Ferry vond plaats bij Mart thuis, op Het Bezworen Kerf

Mart groeide op in Rijpwetering, het dorp van Joop Zoetemelk. Zijn vader was kweker, en hij was op vijftienjarige leeftijd al leidinggevende in het bedrijf. “Daar heb ik geleerd hoe het niet moest.” Het was hard werken, tegen een karig loon. “Voor tachtig uur werken in de week kreeg ik tien gulden.” Toen hij werd opgeroepen voor de militaire dienst zag hij dat als kans. “Mijn vader wilde me liever op het bedrijf houden.” Hij werd gestationeerd in Leeuwarden, leerde er over discipline en je mannetje staan en werd vijf maanden gestationeerd in Frankrijk. “We gingen veel stappen, bijvoorbeeld in Parijs. Dat was een gouden tijd.” Na zijn militaire dienst wilde hij voor zichzelf beginnen. “Ik had alleen geen geld. Ik kon wel wat land pachtten in Noorden.” Daar kreeg hij zijn eerste kwekerssuccessen. Hij leerde Nelly kennen. “Alle boerenjongens zaten achter haar aan. Een vriendin hoefde voor mij in die eerste jaren niet zo. In plaats van met je vrienden zat je dan elk weekend bij je schoonouders. Tot ik Nelly leerde kennen.”

POLDERFEEST Ferry kwam zijn huidige vrouw voor het eerst tegen tijdens het Polderfeest. “Ze verwarde me met iemand anders. De dag erna kwam ik haar weer tegen en ik vond haar wel leuk. Ik kwam erachter ze bevriend was met iemand die ik kende van de voetbal. Zo ben ik achter haar nummer gekomen.” Inmiddels zijn ze elf jaar samen.

Een dierbaar voorwerp van Mart

De mannen zijn allebei sportief. Voetbal is de grootste passie van Ferry; hij speelt sinds zijn vijfde bij KDO. Daarnaast mag hij graag wielrennen. “Dat doe ik in het zomerseizoen, als er geen voetbal is.” Mart zit ook nog geregeld op de racefiets. Bijvoorbeeld toen hij zijn vaccinatie moest halen in Badhoevedorp. ‘Ik zag allemaal leeftijdsgenoten met rollators, ik was de enige op een racefiets.” Ferry mag ook graag naar sport kijken. Op tv, in het stadion of in het geval van wielrennen, op een Franse berg. “Ik heb geen seizoenkaart van Ajax, maar ga wel naar Europese wedstrijden.” Naast het wielrennen houdt Mart van schaatsen. “Ik heb drie keer de Elfstedentocht gereden. Een keer in Friesland en tweemaal op de Weissensee.” Daarnaast reed hij diverse keren mee aan de Ride for the Roses. Ferry’s grootste uitdaging op sportief vlak was het meedoen aan een triathlon. ‘Daarbij moet je 1,5 kilometer zwemmen, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen. Ik deed mee samen met mijn broertjes en een neefje. Mijn familie en vrienden houden van spelletjes en competitie en dat was deze keer niet anders. We wilden het allemaal beter doen dan de anderen.”

ZWITSERLAND Mart gaat verder met zijn levensverhaal. Successen beleefde hij onder meer met het telen van bloemen uit Zwitserland. Ook de Veronicastrum Virginicum Fascination deed het goed. Hij kweekt ze nog steeds, een van de velden staat er vol mee. Bij een rondgang over het bedrijf vertelt Mart over zijn kweekmethoden. Door de jaren heen heeft hij veel ervaring opgedaan met het verkrijgen van de mooiste bloemen. Ferry luistert met interesse. Hij werkt vooral in de potplanten, en de snijbloemen van Mart staan verder van hem af.

Mart: ‘Ik wil de oudste man van Nederland worden’

Welke dromen en wensen hebben ze nog? Mart hoopt vooral zo lang mogelijk gezond te blijven. “Mijn Nelly helpt daarbij. We eten gezond en gaan vroeg naar bed. Zo wil ik de oudste man van Nederland worden.” Ferry hoopt ook gezond te blijven en dat het goed blijft gaan met zijn familie en vrienden. Het kan immers zomaar zijn afgelopen, voegt Nelly toe.

KLOMPJES Voor Mart is het lastig kiezen welk voorwerp hem het meest dierbaar is. “Ik heb er acht,” waarschuwt hij. Daaronder een paar klompjes, waar de naam van zijn broer, die als kind overleefd, op staat. Daarnaast een kunstwerk voor Nelly, gemaakt uit een stuk hout en een wenskaart van een wielrenster die hij in het verleden op weg hielp toen ze een lekke band had. Ferry is zijn voorwerp vergeten. “Ik had een bal willen meenemen, omdat voetbal zo veel voor me betekent.”

Bij het vertrek gaat Ferry niet met lege handen naar huis. Mart geeft hem een boeddha beeldje dat geluk moet brengen en een bos bloemen uit eigen tuin voor zijn vrouw. “Kerels geef ik nooit bloemen.” Beide vonden het een gezellige ontmoeting. “Het is leuk om iemand te ontmoeten die je nog niet kent. Ik loop hier weleens hard. Voortaan zal ik toch met andere ogen naar jullie huis kijken,” aldus Ferry.